zondag 21 april 2013

Het gedachte expiriment begint

Een mooie zonnige door de weekse dag. Ik ben vrij. Ik ben samen met Vro. We gaan straks naar de heide met een kleedje, om in de zon te liggen. Maar eerst nog even langs de supermarkt om lunch en drinken te halen. In de supermarkt komen we haar buur tegen. Een vent over wie ze me verteld heeft. Hij leende haar dvd's uit. En op een dag kwam hij naar haar toe en zei: "Ik moet die dvd's vandaag terug hebben, kom je ze bij me langs brengen?" Vro ging met de dvd's naar zijn huis. Hij had nog nieuwe films die ze moest zien. "Kom maar even mee naar boven" zei hij. Ze volgde hem naar zijn kamer. Daar had hij twee tv's staan, beide waarop porno werd afgespeeld. En hij had een tafel waar coke klaar lag. Hij vroeg of ze seks met hem wilde. Hij woonde samen met zijn vrouw die er niet was. Vro wist niet hoe snel ze weg moest komen en was  zijn huis uit gevlucht. Eenmaal thuis ging gaf ze zichzelf de schuld van wat gebeurd was. Dat zij weer zo iemand aangetrokken had. Weer een band opgebouwd met iemand die toch anders bleek te zijn dan dat hij zich voordeed. Ze voelde zich zo ellendig dat ze een hele fles Bacardi achterover had geslagen. Toen liet ze haar moeder Neila ophalen en belde haar vriendin om te zeggen dat het niet goed met haar ging. Die kon niet komen. Vro begon zich te snijden. Beide onderarmen van boven tot onder. Ondertussen had haar vriendin zich zorgen gemaakt en de politie gebeld. Die ramde haar deur in en trof haar aan, zwaar onder invloed van de alcohol met bebloede onderarmen.

Terug naar de supermarkt.

Daar stond hij dan, met zijn vrouw. Een dik ventje met een bolle kop. Zo'n onnozel figuur. En daarvoor, voor dát, heeft zij zich zo'n pijn gedaan. Zichzelf met een Stanley mes verminkt. Ze zei hem hallo. Ik groette hem en kon bijna geen adem meer halen. "Wat is er?" vroeg Vro. Ik vertelde haar waar ik aan dacht. Ze zei: "Wat ben je toch een lieverd, maar wel een beetje gek af en toe".
Maar die donkere gedachten aan het snijden, aan wat ze zichzelf aan heeft gedaan vanwege zo'n sukkel, die kreeg ik niet uit mijn hoofd. Ik was afwezig tijdens de autorit, op weg naar de heide. Ze vroeg weer wat er was.. ik zei: "Ik heb soms last van wat nare gedachten, maar 't gaat zo wel over. Laat me maar even." "Dat heb jij wel vaak hè" zei ze "ik heb dat ook wel, maar dan gaan ze over mezelf, en bij jou gaan ze altijd over mij, dat vind ik zo lastig."
We parkeerde de auto en Vro leidde de weg naar een rustig plekje. Zelfs daar, in de zon liggend bleef het in mijn hoofd rond spoken. Ik dacht aan een eerdere gebeurtenis. Toen ik vanuit een nachtmerrie wakker werd, de halve nacht gehuild had. Ik dacht aan al het nare dat ik kon denken. Ik had het denken af en toe onderbroken door een anker te zoeken, uit gedachte en in het nu gaand. Meditatie, focussen op mijn ademhaling, aan andere dingen denken. Ik probeerde het allemaal maar niets wilde helpen. Totdat ik na een paar uur alles gedacht had dat ik kon denken. Dat ik het zo vaak, op elke manier gedacht had, dat er niets meer te denken viel.
"Dat is mijn manier om het te verwerken." dacht ik.

Toen ze me er in December voor het eerst over vertelde had het me niet geraakt. Zij heeft liefde nodig en ik ga haar die geven! Zelfs toen ze het me die ochtend na het kampvuur had laten zien. Toen ze haar mouw liet zakken en ik alle rode, verse krasjes had gezien. Ik vond het niet fijn dat ze dat gedaan had, maar ik had er denk ik verder niet zo stil bij gestaan. Dat merkte ik maandag 15 april. Toen ik werkelijk waar crepeerde van het janken bij het terug denken aan dat moment. Maar goed, nu lagen we in de heide, en ik zag het voor me. Het snijden, het stanley mes, ik weet niet meer wat ik er allemaal bij dacht. Maar die dag was mooi verpest.

Er was iets in dat kleine groene boekje over mediteren dat me bijgebleven was. Het einde van de dag besefte ik me dat ik een mooie dag, zonnen in de heide met Vro, verpest had door de hele dag in gedachte te zitten over een verhaal. Iets dat Vro me verteld heeft. Woorden. En die woorden gingen nu leven in mijn hoofd. Ik was begonnen met denken en was er dieper en dieper in weggezakt. Ik besloot een experiment met mezelf te houden. Iedere keer als een gedacht op kwam, zou ik hem gelijk van me af zetten. Ik kon me dat goed visualiseren  Aan de rechter kant van mijn bewustzijn kwam hij binnen, en ik zou hem gelijk een zetje door geven naar links, met de vaart waarmee hij binnenkomt duw ik hem ook weer naar buiten.
Gedachte.. weg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten